BMW 3 serie (E36)

Geschiedenis

De E36 kwam in 1991 op de markt. Hij was een grote stap vooruit ten opzichte van de E30 – compleet nieuw ontwerp, koplampen achter glas en veel betere aerodynamica. De zescilindermotoren waren ook compleet nieuw. De M50 met 24 kleppen was als 2,0l met 150 pk in de 320i en als 2,5l met 192 pk in de 325i verkrijgbaar. In het najaar van 1992 volgde een update naar de M50TU, met VANOS (variabele kleptiming) op de inlaatnokkenas. Naast de achtkleppers (316i, 318i) werd de M42 1,8l 16-klepper uit de E30 overgenomen, ook hier werd ‘ie weer met 318iS aangeduid. Moeilijk te geloven tegenwoordig, maar in de eerste jaren van E36 productie kwamen de typeaanduidingen overeen met de motorinhoud!

In het begin was de E36 er als sedan, later kwamen daar touring (station), coupé en cabrio bij. Anders dan bij de E30 was de tweedeurs coupé qua koetswerk bijna volledig nieuw, lager en langer met deurramen zonder frame. In 1993 kwam er de compact als instapmodel bij, in eerste instantie alleen met viercilinders.

De E36 kreeg gedurende zijn productie geen grote facelift, alleen kleine aanpassingen: nopjes op de koplampen en spiegel tegen windgeruis, nieuwe koplampen, grotere nieren en een derde remlicht. De grootste verandering was de introductie van de M52 motoren in 1995. Topmodel was voortaan de 328i (2,8l, 193 pk), tussen deze en de 320i werd een 323i met 2,5l inhoud en 170 pk geplaatst – deze motor was ook in de compact (323ti) leverbaar. De M52 heeft een blok uit aluminium en was daardoor significant lichter dan de M50, maar meer op koppel dan maximaal vermogen afgesteld. Daarnaast werd vanaf 1996 de M42 in de 318iS/318ti door de 1,9l M44 vervangen, het vermogen bleef hetzelfde.

De opvolger E46 was vanaf 1998 verkrijgbaar.

Pluspunten

  • Achterwielaandrijving
  • Nog vrij courant, onderdelen (ook voor autosport) goed verkrijgbaar
  • Was af fabriek met sperdiff leverbaar

Minpunten

  • Kwaliteit niet altijd op premiumniveau, bijv. interieur
  • Niet roestvrij
  • Vaak verknutseld en versleten
  • Matige remmen
  • Minder geschikt voor dubbel gebruik gezien oud en vaak zonder airco en cruise control

Aanbevelingen

Optie 1: Neem de 325i of 328i. Uit de 328i kan vrij makkelijk meer vermogen verkregen worden door inbouw van het inlaatspruitstuk van de M50 en remapping. De vroege M50 heeft soms de voorkeur vanwege het ontbreken van VANOS. Houd rekening met de inbouw van betere remmen, bijv. van de E46 330i. De koeling kan verbeterd worden door inbouw van de grotere radiator van het model met airco. De sedan is iets lichter dan de coupé.

Optie 2: Als het budget klein is, is de 318ti een overweging waard voor de instap in de wereld van de achterwielaandrijving. Deze zijn vaak heel goedkoop verkrijgbaar. Er is een BMW Compact Cup, voor de auto’s met M42 motor is er een kit voor €2.500 waar alles in zit – goedkoper racen kan haast niet.

Net als bij de E46 is ook hier de M3 stukken duurder dan de gewone modellen. De M3 had in het begin een 3,0l motor met 286 pk, later een 3,2l met 321 pk en zesbak. Deze was ook als SMG versie verkrijgbaar – niet doen! In 3l raceklassen maakt de 3,0l M3 nog steeds een kans.

YouTube

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *